Opinie

Waarom onze overheid zelfstandigen haat

28-10-2014 19:59

In 2005 was ik met makker Ritzo ten Cate in Georgië om daar ondernemerschap te doceren aan Tbilisi State University. Georgië was na het uiteenvallen van de Sovjet Unie nog een tijdlang bestuurd door de ex-communisten onder leiding van Eduard Shevernadze en was eigenlijk pas eind 2003, de Rozenrevolutie, in democratisch vaarwater beland. Op economisch gebied zag je wat je in veel voormalige Sovjetrepublieken zag: veel monopolies van voormalige staatsbedrijven, veelal geleid door de “oude” elite, weinig concurrentie, een arme onderklasse en een slecht betaalde en corrupte publieke sector. Het bevorderen van ondernemerschap was een van de speerpunten van de nieuwe president, Mikheil Saakashvili. Zonder ondernemers geen middenklasse, en zonder middenklasse geen stabiele democratie. (Een ander speerpunt was het tegengaan van corruptie. Dat deed hij onder meer door de helft van de ambtenaren te ontslaan en de salarissen van de andere helft te verdubbelen.)

Het is een benadering die je ook zag in onder andere Polen, Slovenië en Estland. Economische dynamiek én politieke stabiliteit is gediend bij een brede middenklasse die iets te verliezen, maar vooral ook iets te winnen heeft.

Concurreren

Het was mooi om te doen, die cursus. Eén van onze studenten wilde een marktonderzoekbureau opzetten (en heeft dat ook inderdaad gedaan). De grootste hindernis was hem erin te laten geloven dat hij inderdaad mocht concurreren met het nationale bureau voor de statistiek. Dat wou er aanvankelijk bij hem niet in.

Natuurlijk zijn er mitsen en maren te plaatsen bij het bewind van Saakashvili. Maar hij slaagde er een aantal jaren lang wel in om, na decennia van angst, een klimaat van hoop te creëren. Je was niet afhankelijk van vrienden, familie, connecties en willekeur. Als je een goed idee had en hard werkte, kon je zelf je positie verbeteren.

Ik moet hier de laatste tijd weer vaak aan denken, omdat het het er alle schijn van heeft dat Nederland precies de andere kant op beweegt. Je hoeft niet meer te hopen dat het ooit beter wordt. Je moet vooral bang zijn dat je wat je hebt ook nog kwijtraakt. Je hebt niets te winnen, alleen maar te verliezen. In zo’n klimaat past geen ondernemerschap. Er past controle en disciplinering, opdat mensen in de pas lopen en niet in gevaar brengen “wat we met zijn allen hebben opgebouwd”.

Steeds meer controle

In de jaren tachtig van de vorige eeuw was het nog ondenkbaar dat de overheid mensen zou kunnen verplichten een identiteitsbewijs bij zich te dragen. Toen kwam er een identificatieplicht in het openbaar vervoer en bij voetbalwedstrijden, vervolgens een algemene identificatieplicht en inmiddels worden onze vingerafdrukken routinematig opgeslagen. Al even routinematig worden telefoon- en internetverkeer afgetapt, kentekens geregistreerd en databestanden gecombineerd.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd een stelsel van studiefinanciering van kracht met voor iedere student een basisbeurs, onafhankelijk van het inkomen van de ouders. In de jaren daarna werd van die basisbeurs steeds minder onvoorwaardelijk en volgend jaar wordt een leenstelsel ingevoerd, zodat elke student vooral gespitst zal zijn op het volgen van een economisch rendabele studie en het vinden van een baan. Hij begint zijn loopbaan immers met een flinke schuld aan de staat.

En als dat nog niet disciplinerend genoeg is, wil die malle Sybrand Buma zelfs een maatschappelijke dienstplicht invoeren

Steeds meer mensen de arbeidsmarkt op

Hoewel er honderdduizenden werkzoekenden zijn, worden al dertig jaar lang steeds nieuwe groepen Nederlanders de arbeidsmarkt opgedreven. Vrouwen, arbeidsongeschikten, ouderen, kunstenaars en binnenkort zullen ook de wsw’ers en de wajongers aan de beurt zijn. Van niemand accepteren we een uitzonderingspositie. En wie op die arbeidsmarkt buiten de boot valt, komt in een steeds soberder stelsel van sociale zekerheid terecht. Het nationaal inkomen is nu twee keer zo hoog als midden jaren tachtig, maar de hoogte en duur van werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn flink ingeperkt. De bijstand is bovendien steeds meer voorwaardelijk geworden, met een inkomenstoets, vermogenstoets en partnertoets. En heb je al die toetsen doorstaan, dan nog krijg je niet “zomaar” geld: de sociale dienst kan allerlei verplichtingen opleggen, van sollicitatietrainingen tot “arbeidsritme opdoen”.

De loonlijst van de overheid

De mensen die wel werk hebben vinden dit over het algemeen nuttig en rechtvaardig. Gemeenten die een kliklijn bijstandsfraude hebben, noemen dat zonder uitzondering een groot succes. Geen wonder, want de hardwerkende burger ziet elke maand dat hij bijna de helft van zijn salaris naar de belastingdienst moet brengen. Hij kan alleen rondkomen doordat hij van de overheid toeslagen krijgt, of doordat hij zijn hypotheekrente mag aftrekken. Ruim negentig procent van de Nederlandse huishoudens staat op de betaallijst van de overheid.

Erich Honecker zou er jaloers op zijn geweest.

In het licht van dit alles is het niet zo raar dat de overheid telkens weer pogingen doet om die 800.000 zzp’ers, die het gore lef hebben om voor zichzelf te zorgen, de nek om te draaien. Onze overheid haat zelfstandigen op dezelfde manier en om dezelfde reden dat Lenin en Stalin de Koelakken haatten. Elke repressieve controlestaat haat zelfstandigen.

 

Dit artikel verscheen eerder op het blog van Ronald Mulder