Portemonnee

Waarom jongeren woedend moeten zijn op pensioenfondsen

24-04-2014 13:25

De pensioenrevolutie is begonnen. Jongeren veroverden de meeste zetels in een inspraakorgaan bij ABP,  een van de grootste pensioenfondsen ter wereld. Daar ligt 300 miljard aan spaargeld, maar hoe krijgen de 45-minners daar nog iets van terug? Ilja Boelaars was adviseur van de coupplegers en rammelt aan de pensioenpoort die leidt naar het slinkende pensioengoud. Dertien domme e-mailvragen aan de promovendus in Chicago.

1) Is de overwinning van de jongeren bij de ABP-verkiezing een revolutie te noemen?

“Absoluut. Dit is de eerste keer ooit dat er verkiezingen waren bij het ABP. Het is de eerste keer dat mensen die geen vakbondslid zijn deel kunnen gaan nemen aan de medezeggenschap over hun pensioen. Ondanks dat wij geen voorbereidingstijd hadden, geen budgetten, geen medewerkers en geen enorme ledenorganisatie, zijn we toch meteen de grootste geworden. Groter dan Abvakabo FNV, groter dan de Algemene Onderwijsbond en groter dan het CNV.”

“Tegelijkertijd moet ik zeggen dat dit nog maar een eerste stapje is. Deze verkiezing is slechts voor een adviesorgaan. In het ABP bestuur zijn het nog steeds de vakbonden die namens de werknemers de bestuurders aanwijzen. Daar heb je als pensioenspaarder ook nu nog steeds helemaal niks over te zeggen.”

2) Waarom is het NU ineens wel mogelijk om dit op agenda te krijgen?

“Dit is niet iets dat ineens gebeurd is. Deze verkiezing was het gevolg van een wetswijziging waar jaren over gedebatteerd is in Den Haag. Daarnaast zijn de jonge democraten inmiddels al jaren bezig meer aandacht te krijgen voor het feit dat het bestuur over ons pensioengeld niet goed geregeld is.”

3) APB probeerde nog te traineren, aldus Martin Pikaart van AVV in Nieuwe Revu deze week. Hoe ervaar jij het ABP gedrag?

“Traineren,  daar lijkt het wel sterk op. ABP Vice-voorzitter José Meijer noemde het uitschrijven van de verkiezing in een interview met Het Financieele Dagblad een ‘pre-emptive strike’ om kritische deelnemers voor te zijn. Ongelooflijk. We kregen van ABP slechts vier weken om een kandidatenlijst te maken en 500 steunbetuigingen te verzamelen.  De aankondiging was bovendien onverwachts en vlak voor Kerst. Effectief hadden we nog geen drie weken om alles te regelen daardoor. Vakbonden hoefden bovendien bijvoorbeeld geen 500 steunbetuigingen te verzamelen.”

“Ik ben ongelooflijk trots dat we in die korte tijd zo’n geweldige kandidatenlijst bij elkaar hebben weten te brengen, met zeer deskundige medewerkers van het CPB, het ministerie van Financiën, Universiteit Tilburg en een aantal mooie lijstduwers zoals Rick van der Ploeg, ex-Pvda staatssecretaris.”

4) Hoeveel van die 300 miljard moet er terugvloeien naar jongeren? In Revu wordt gerept over 100 miljard. 

“Voor de exacte cijfers zul je bij ABP moeten aankloppen en dat ligt natuurlijk erg aan wat je precieze definitie van jongeren is. Het is overigens belangrijk te realiseren dat het niet alleen gaat om het geld van jongeren dat nu al in de pot zit. Mensen moeten verplicht pensioenpremie afdragen, wat ABP tot een soort belastingdienst maakt. Vier procent van het loon gaat bijvoorbeeld verplicht naar een pot voor de VUT, waar jonge werknemers nooit gebruik van zullen mogen maken. Daarnaast moeten jonge ambtenaren verplicht herstelpremie betalen. Een extra premie, bedoeld om de tekorten aan te vullen.”

5) Waarom maken we ons druk over Marokkanen, maar niet hierover? 

“Of je nu denkt aan de juwelier die is overvallen of aan Marokkaanse jongeren die misschien leiden onder de negatieve berichtgeving over hun leeftijdsgenoten: het zijn zaken die we herkennen en die ons emotioneel raken. Ons inkomen over dertig, veertig jaar is voor velen te abstract en te ver weg. Ik snap wel dat mensen zich daar van nature minder druk om maken, maar dat is niet terecht. Mensen moeten wekelijks een dag werken voor dat pensioen, en een gemiddelde deelnemer heeft honderdduizend euro bij het ABP staan.”

6) Waarom stemt maar vijf procent van de aangesloten leden in zo’n kwestie?

“Ik denk dat we al blij mogen zijn dat vijf procent überhaupt gestemd heeft. De meeste mensen zijn niet met hun pensioen bezig.”

7) Zijn vakbonden passé? 

“Vakbonden zouden heel waardevol kunnen zijn, als ze het belang van de werknemer dienen. Op het pensioendossier is dat doorgaans helaas niet het geval. Het is het belang van de gepensioneerden en bijna-gepensioneerden dat doorgaans prevaleert. Jongeren zijn daardoor de hoop verloren dat vakbonden ook voor hen opkomen. Daardoor vergrijzen vakbonden nog meer dan ze al deden. Het is een soort vicieuze cirkel geworden en ik vrees dat de bonden daar niet meer uit gaan komen.”

8) Was jij ook aanwezig in dat café in Utrecht waar alles werd bedacht en ben je dronken geworden van blijdschap?

“Ik promoveer aan de University of Chicago en woon daarom in de Verenigde Staten. Dankzij het internet heb ik op die grote afstand toch veel kunnen doen om de verkiezing tot een succes te maken. Ik vond het geweldig dat we gevestigde bonden als AbvaKabo FNV, CNV en de Algemene Onderwijsbond, ruim hebben verslagen. Het is dan wel jammer dat ik die prestatie niet met de rest in Nederland heb kunnen vieren, maar dat komt nog wel.”

9) Jong D66 zit hier achter? Is dit een nieuw thema? In hoeverre is dit het herleven van de D66-mentaliteit?

“De Jonge Democraten hielden zich wel langer met dit thema bezig, maar voor ik bestuurslid werd (in 2010 & 2011), richtten we ons vooral op de AOW-leeftijd. In 2010 leek dat voorstel inmiddels geland en dus hebben we onze aandacht verlegd naar het collectieve aanvullende pensioen.”

“Wij zijn overigens niet per se een club voor jongeren. Wij zijn voor een goed pensioenstelsel voor iedereen. Het generatiedenken is ons opgedrongen. De sociale partners besloten in 2011 de enorme tekorten bij pensioenfondsen door te schuiven naar de toekomst door de boekhoudregels voor pensioenfondsen aan te passen. Door een rekentruc zouden de pensioen niet verlaagd hoeven worden. Wij vonden dat zo’n schandelijke actie, dat we in verzet zijn gekomen. Mede dankzij onze inzet zijn die plannen uiteindelijk niet doorgegaan. Ouderen waren daar niet blij mee. Die hadden dankzij de rekentrucs van de sociale partners weer ten onrechte de hoop gekregen dat de tekorten wel meevielen. Zo zijn wij eigenlijk buiten onze schuld om in een generatiestrijd verzeild geraakt.”

10) Weinig mensen snappen er iets van. Waarom is er zoveel laksheid?

“Ik neem het mensen niet kwalijk. Ons collectieve pensioenstelsel is ingewikkeld, niet transparant en bovendien: je hebt niks te kiezen. Waarom zou je je er in verdiepen? Bovendien hebben pensioenfondsen lange tijd de samenleving geïndoctrineerd met de boodschap dat we het beste pensioenstelsel ter wereld hebben. Dat moet je niet onderschatten. De pensioenfondsen in Nederland zijn gigantisch. Het is een industrie geworden met enorme gevestigde belangen. Een heleboel mensen verdienen er hun boterham. De pensioenfondsen hebben bovendien een stel hoogleraren in dienst die op hun kosten onderzoek doen, dat uiteraard positief is over ons pensioenstelsel. Ga daar maar eens tegenin.”

11) Zijn de pensioenbobo’s bang voor jullie?

“Voor een kleine vrijwilligersorganisatie zijn we buitengewoon effectief. We hebben de afgelopen tijd op meerdere manieren een groot stempel gedrukt op de pensioenontwikkelingen. Mede dankzij de initiatieven van de Jonge Democraten sneuvelde de poging van de sociale partners in 2011 om de pensioentekorten met een rekentruc onder het tapijt te vegen. Vervolgens hebben wij hét heilige huisje in pensioenland aangepakt: de collectiviteit. Tot 2011 was het volkomen taboe kritische vragen te stellen bij het collectieve karakter van onze pensioenregelingen. Inmiddels zie je dat steeds meer mensen zich, met ons, hardop afvragen of we het stelsel niet moeten individualiseren. En toen kwam dus de ABP verkiezing. De ABP bestuurders hoopten er snel een verkiezing doorheen te jassen zonder mensen van buiten de vakbond een kans te geven, maar toen waren daar ineens weer die vervelende Jonge Democraten.  Als een duveltje uit een doosje waren ze daar met een mooie kandidatenlijst en versloegen ze alle grote bonden: AbvaKabo FNV, de Algemene Onderwijsbond, CNV, etc. Ik kan me voorstellen dat er pensioenbobo’s zijn die slecht van ons slapen.”

12) Hoe zou je dit verzet breder kunnen opzetten?

“Dat is een lastige vraag. Nu de vakbonden verworden zijn tot lobbyclubs voor oudere werknemers, zijn er geen organisaties meer die opkomen voor werknemers in hun algemeenheid en jonge werknemers in het bijzonder. Wij proberen als politieke jongerenorganisaties samen op te trekken. Zo hebben we met de Jonge Socialisten (PvdA) en de JOVD (VVD) een gezamenlijk voorstel voor een nieuw pensioenstelsel gedaan afgelopen jaar.”

13) Wat is het pensioen nog waard over twintig jaar?

“Dat is een grote vraag. Het is op dit moment erg onduidelijk waar we heen gaan met het pensioenstelsel. Ik ben er echter van overtuigd dat we uit gaan komen in een systeem waarin iedereen een eigen rekening heeft waarop zijn of haar pensioenpremies worden gespaard. De vraag is alleen hoe lang het duurt tot het zover is. Tot die tijd gaat een kwart van je loon in een grote collectieve pot en is het de vraag welk deel je daarvan zult terugkrijgen.”

Voor meer nog meer pensioen-critici deze week in Nieuwe Revu.