Economie

De duistere kant van het Duitse succes

03-11-2013 14:42

Door Bertus Bouwman/Tone – Een heikel thema tijdens de coalitieonderhandelingen in Duitsland: het minimumloon. Hoe kan het dat iets wat in Nederland vanzelfsprekend is, bij de buren nagenoeg ontbreekt? Zeker is dat de lage lonen in Duitsland ons duizenden banen hebben gekost. Een kijkje aan de duistere kant van het Duitse succes.

Ze slapen opeengepakt in een huis dat in erbarmelijke staat verkeert, of wonen achter de hekken van een oude kazerne. Ze moeten voldoende uitgerust zijn om het harde werk in Duitse slachterijen aan te kunnen. Werkweken van meer dan 60 uur zijn eerder regel dan uitzondering. De voornamelijk Oost-Europeanen werken voor tussen de 2 en 5 euro per uur. De vleessector is zo’n voorbeeld binnen de Duitse arbeidsmarkt waar de ondergrens ontbreekt.

Zonder mededogen

Het werk is Spartaans. De haken met varkenshelften wachten niet, hebben geen geduld als de menselijke schouder vermoeid is. Geen mededogen als het fileermes steeds zwaarder weegt aan het eind van de dag. Compassie is er ook niet van de voorman, wanneer het mes is uitgeschoten. Geen ziekteverlof of compensatie. Voor jou tien anderen.

Toch zijn er duizenden – vaak Polen – die het inspannende werk doen. Hoe slecht de werkomstandigheden, de arbeidsvoorwaarden, het onderkomen en het loon ook mogen zijn. Het levert voor de meesten nog altijd meer op dan een baan in eigen land. Buiten het harde werk geen plichten, maar al helemaal geen rechten. Het is gemeengoed geworden, net over de grens in bijvoorbeeld de deelstaat Noordrijn-Westfalen.

Internationaal vlees

Karin Vladimirov van de Duitse vakbond NGG (Nahrung – Genuss – Gaststätten) legt het als volgt uit: “Jouw ham op brood komt van een Nederlands varken, dat geslacht is in Duitsland door een Pool.” Die internationale allure van het plakje vlees verliest na haar uitleg al gauw alle glans.

De Duitse werknemer met een vast contract is bijkans verdwenen. Zo’n 80 procent werkt als flexwerker via een onderaannemer. Die zetbaas heeft bij de slachterij de opdracht aangenomen om voor een bepaald bedrag een vastgesteld aantal kilo vlees te verwerken. De flexwerker krijgt een soort ‘werkovereenkomst’, waarin alleen een uurloon is geregeld. Vaak gaan huisvestingskosten er nog van af. Sociale premies worden niet ingehouden. Niet erg, vinden de meeste Polen. Dat zijn ze in eigen land ook niet gewend. Een pensioen opbouwen al helemaal niet.

“De slachthuizen hebben zelf geen flauw idee hoeveel werknemers er zijn en wat ze verdienen,” zegt Vladimirov. “Ze gaan via die onderaannemers de boekhouding in als productiekosten in plaats van arbeid.” Het geeft aan hoe hard deze wereld volgens haar is geworden. “Administratief gezien is de mens een machine geworden. En in de praktijk dus ook. Het gaat ze er alleen maar om dat die duizenden varkens worden geslacht. De rest zal ze worst wezen.”

Voor het eerst polderen

Dat aan deze situatie iets moet gebeuren, vindt de vakbond al jaren. Maar tot op heden was er geen werkgeversorganisatie en dus geen gesprekspartner om te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en een minimumloon. Daarom probeerden ze via slachthuizen individueel afspraken te maken. Veel haalde het niet uit. Vladimirov laat de tabellen met afspraken per slachterij zien. De situatie verslechterde alleen maar.

Dat de werkgevers nu toch willen ‘polderen’, komt door de toenemendemedia-aandacht en druk vanuit Brussel, denkt Vladimirov. Afgelopen dinsdag ging de NGG rond de tafel met de VdEW (Verband der Ernährungswirtschaft) uit Hannover om voor het eerst te praten over een minimumloon.

De inzet van de vakbonden is een minimumloon van 8,50 euro per uur voor alle medewerkers in de vleessector, dus ook de buitenlandse werknemers. “Daarmee moet er eindelijk een ondergrens komen, waardoor mensen niet meer zo worden uitgebuit,” zegt Vladimirov. “En dan is onze eis nog weinig, maar het is een enorme verbetering in vergelijking met nu.”

Bananenrepubliek

De lage lonen zorgen ook buiten de Duitse grenzen voor grote problemen. “Duitsland is gewoon een bananenrepubliek,” barst FNV-bestuurder John Klijn los aan de telefoon. “Het is schandalig zoals daar wordt omgegaan met werknemers.” Namens de FNV zit hij al meer dan vijftien jaar aan de onderhandelingstafel bij het afsluiten van cao’s in de Nederlandse vleesindustrie. “Die Duitse lage lonen zijn hier een enorm probleem. De Nederlandse sector kan daar niet tegenop.”

Klijn schetst de verschillen. Een Nederlandse slachterij betaalt minimaal 9,30 euro per uur aan werknemers, waar nog 20 procent aan sociale premies bovenop komt. Gemiddeld ‘kost’ een werknemer zo’n 14 euro per uur. “Maar net over de grens, bijvoorbeeld bij de grootste slachter van Duitsland Tönnies, werken 3500 van de 5000 werknemers met zo’n werkovereenkomst voor 3 tot 4 euro per uur, zonder sociale premies. Daar wordt het verschil gemaakt. Ze kunnen Nederlandse boeren een paar cent meer geven, zodat die hun varkens aan Duitsland leveren. En aan de andere kant ligt het ook nog goedkoper in de supermarkt.”

Nog geen tien jaar geleden was Duitsland een vleesimporteur, nu is het land veranderd in een vleesexporteur. Volgens Klijn komt dat vooral vanwege de goedkope arbeid. “En alle buurlanden hebben daar ontzettend veel last van. Nederland, maar vooral Denemarken waar de werkgever zo’n 20 euro moet neertellen als uurloon met sociale premies. Duitsland concurreert zijn buren kapot op arbeidsvoorwaarden.”

Het heeft Nederland daardoor ‘duizenden banen gekost’, stelt Klijn. Of een mogelijk toekomstig minimumloon in Duitsland veel zal helpen, kan de vakbondsman nog niet direct zeggen. “Maar het zou al wel een hele overwinning zijn voor de werknemers. En het argument dat ze per se mensen uit Polen nodig hebben vervalt. Dan kunnen ook Duitsers weer enigszins fatsoenlijk worden betaald. Schandalig dat het zo gaat. Je mensen redelijk betalen is gewoon een beschavingsnorm.”

Strenge bewaking

De discussie in Duitsland over arbeidsvoorwaarden speelt ook buiten de vleessector. Afgelopen jaar was er ophef over werknemers van online winkels als Zalando en Amazon die tijdens het werk onder strenge bewaking staan.

Ook de zogenaamde Mini-Jobs als schoonmaker of supermarktmedewerker zijn berucht. Zo lang werknemers minder dan 450 euro per maand verdienen, hoeven er geen sociale premies te worden betaald. Zeven miljoen Duitsers proberen met één tot drie van die baantjes rond te komen. Blijven ze onder het Hartz IV-bijstandsniveau, dan vult de overheid het bedrag aan. Zo subsidieert de staat lage lonen die de arbeid in Duitsland extra goedkoop maken.

Het was de bedoeling om mensen uit de werkloosheid te halen met een Mini-Job en ze zo te laten doorstromen naar een gewone baan. Maar in de praktijk lijkt dat meestal niet te lukken. Een algemeen wettelijk minimumloon moet aan de praktijk van lage lonen een einde maken.

De ondergrens van 8,50 euro is de belangrijkste eis die de SPD op tafel legt bij de deze week begonnen coalitiebesprekingen met de unie van CDU/CSU. De christendemocraten zijn er niet zo happig op en hebben liever dat er per branche loonafspraken worden gemaakt. Toch lijkt de partij van Angela Merkel er geen hard punt van te maken, zodat een compromis op dit thema mogelijk moet zijn. De partijen denken voor het einde van het jaar een regering te kunnen presenteren. De sociaaldemocraten hopen dat dan het minimumloon onder de kerstboom kan worden gelegd.

Dit artikel werd door Bertus Bouwman geschreven voor Tone. Met toestemming overgenomen.