Economie

Het falende fabeltje: de bezuinigings-mythe

13-05-2013 13:51

Ruim twee weken geleden haalden onderzoekers uit Massachusetts de theorie van de economen Reinhart en Rogoff (R&R) onderuit. Hun onderzoek ‘Growth in a Time of Debt’ (2010) bleek rekenfouten te bevatten en data was, mogelijk moedwillig, weggelaten. Een academische doodzonde. 

Beleid zonder cijfers

In het artikel beweren R&R dat een staatsschuld boven de 90 procent direct een negatief effect heeft op reële economische groei. Zo zou de groei van het Bruto Binnenlands Product vanaf 90 procent schuld, met 1 procent afnemen. Interessant, helemaal omdat dat de (Europese) politiek dit één op één overnam. In het bijzonder Olli Rehn, de Eurocommissaris voor economisch en monetaire zaken.

Maar ook Republikein Paul Ryan financieel expert van zijn partij, kaapte de bevindingen van R&R. Beiden werden pleitbezorgers voor het terugdringen van de staatsschuld in tijden van economische crisis. Pas deze week liet Olli Rehn weten dit strakke bewind iets los te laten door landen meer ruimte te geven.

Dat R&R fouten hebben gemaakt is pijnlijk, maar dat hoort bij wetenschappelijke verhandelingen, vindt ook econoom Barry Eichengreen. Wat echter belangrijker is, is de manier waarop politici wetenschappelijke inzichten kapen en inzetten voor hun eigen ideologische insteek, zoals ook Paul Krugman fijntjes duidelijk maakt.

Welke nieuwe generatie?

Laten we naar feiten kijken, zoals we deze kennen. Waarom zouden overheden moeten bezuinigen? De belangrijkste redenen waren voor R&R simpel; namelijk om het negatieve effect van een staatsschuld, op economische groei tegen te gaan én te voorkomen dat we de volgende generatie ‘opzadelen’ met ‘onze’ schuldenlast. Mede hiervoor hebben we een begrotingsnorm van 3 procent.

Dat volgende generaties belangrijk zijn staat buiten kijf. Maar wat zijn de perspectieven van een generatie waarvan in Nederland al bijna 10 procent werkloos is. Jeugdwerkloosheid vliegt omhoog zo gaat het in Spanje al richting de 30 procent. Afhankelijk van de meting, stijgt de jeugdwerkloosheid wereldwijd naar de 331 miljoen. Dat staat gelijk aan de hele bevolking van Noord-Amerika. Ja, onze volgende generatie heeft inderdaad een probleem. Maar dat lijkt niet direct de schuldenlast te zijn.

De bezuinigingsfabel

Zoals Krugman terecht opmerkt zitten we in een crisis zo uniek, dat dit maar één keer per drie generaties voorkomt. En dán hebben bezuinigingen een tegengesteld effect. In een column berekent Krugman het effect van bezuinigingen op economische groei binnen de EU, voor de periode 2008-2012. Opvallend hierbij is de directe relatie tussen hoge bezuinigingen en lage of zelfs negatieve groei.

Zo krimpt, bezuinigend Griekenland, gemiddeld met 20 procent. Portugal, Spanje en Italië, die flink moeten bezuinigen, groeien negatief tussen de 5 procent en 7 procent en Nederland krimpt met 3 procent. Terwijl Duitsland dat minder bezuinigt, 3 procent groeit, evenals België dat tussen de 1 procent en 2 rocent stijgt. Het tijdsbestek is kort, maar het zegt zeker iets over het effect van bezuinigingsbeleid op economische groei.

Olli Rehn stelt daartegenover dat een hoge schuld leidt tot een te hoge rentevoet op staatsleningen én dat bezuinigingen uiteindelijk kunnen leiden tot economische expansie. Welnu, het tweede punt kunnen we wegstrepen tegen de vorige alinea, vooral tijdens deze crisis.

Rente

De rente dan? Daar hadden ze deels gelijk. Na het Griekse drama is de rente op staatsleningen inderdaad de lucht ingeschoten. Desalniettemin een effect van korte duur. Zo leent Spanje alweer tegen 4 procent. En Italië betaalt 3,9 procent rente over 10-jarige staatsleningen, terwijl ze een staatsschuld hebben van 130%. Economische groei staat daarentegen wel onder druk, door verdere bezuinigingen.

Moet er dan nooit bezuinigd worden? Zeker wel, maar dan wel in tijden van groei. Het pleidooi dat tegenstanders van bezuinigingen houden, geldt namelijk alleen voor tijden van crisis. Keynes zei al dat wanneer investeringen achterblijven door onzekerheid van de markt, de overheid verantwoordelijk is voor het stimuleren van de economie. Oftewel anticyclisch investeringsbeleid.

Teruglopende uitgaven

In Nederland blijven we ondertussen bezuinigen. En zoals altijd tijdens recessies, zien we de afgelopen 50 jaar hoge overheidsuitgaven tijdens de economisch vette jaren en teruglopende uitgaven in tijden van crises. Dit Blijkt uit de recessies in de jaren ’70, ’80, ’00 en natuurlijk in de nasleep van ’08 (zie daarvoor ook de grafiek). Alle tussenliggende jaren investeert de overheid aanzienlijk. En waarom? Niets mag in tijden van welvaart méér groei in de weg staan is het devies.

Laat me dan deze vraag stellen. Wanneer het economisch goed gaat en men wil sneller groeien, dán is investeren hét middel dit te doen. Waarom in tijden van stagnatie dan juist niet?

Laat de cijfers spreken

R&R en hun volgers hadden ongelijk. Een schuld heeft statistisch geen negatief effect op economische groei. En dan is bezuinigen dus geen effectief middel. Het blijkt zelfs dat bezuinigen in tijden van crises tot stagnatie leidt. Vooral bij economieën die het al niet op eigen kracht redden zoals: Italië, Spanje, Portugal en Griekenland. Japan is daar al ruim 20 jaar hét lichtende voorbeeld van. Het FD van 4 mei maakt daarbij nog eens pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse Economie qua economische groei dichterbij de mediterrane economieën staat dan bij de Duitse. Dat is schrijnend voor een land met zoveel potentie. Laten we nu dan eindelijk deze feiten eens serieus gaan nemen.